Informatie over uw cavia
Cavia’s komen oorspronkelijk uit Zuid-Amerika Ze werden voornamelijk als voedselbron gehouden. Door de Spanjaarden zijn ze naar Europa gebracht. Daar zijn ze nooit om hun voedsel gehouden, maar wel als gezelschaps- en laboratoriumdieren.
Cavia’s zijn sociale dieren en leven van nature in groepsverband. Het liefst leeft uw cavia samen met een of meerdere soortgenoten. Laat u zich echter wel goed informeren over de beste samenstelling van de groep, om ongewenste nakomelingen en vechtpartijen te voorkomen. De beste combinaties zijn 2 vrouwtjes bij elkaar of een vrouwtje en een gecastreerd mannetje. Twee mannetjes bij elkaar kunnen nog wel eens erg vechten, ook als ze gecastreerd zijn. Vooral als ze samen opgroeien kunnen twee mannetjes soms toch goed samenleven.
Cavia’s zijn niet veeleisend. Met een schoon en ruim hok, hooi, vers water, voer en af en toe wat groente zijn zij tevreden. Een cavia heeft wel aandacht nodig en zal na verloop van tijd de verzorger kunnen gaan herkennen en op hem of haar gaan reageren (Net als op het openen van de koelkastdeur).
Een cavia kan zelf (net als de mens) geen vitamine C aanmaken endit moet dus via voeding (of drinkwater) worden aangevoerd. Een tekort aan vitamine C kan allerlei problemen veroorzaken, zoals slechte eetlust, slechte groei en gewrichtsproblemen. Een tekort kan er ook voor zorgen dat het ligament tussen de tandkas en de snijtand zwakker wordt, waardoor de tand los kan komen te zitten en verkeerd kan gaan afslijten. Vaak zit er al extra vitamine C in caviavoer, dat is meestal niet voldoende. Vitamine C moet extra worden gegeven via drinkwater of via tabletten. Een cavia heeft 10 tot 50 mg (meestal wordt 12,5 mg geadviseerd) per kilogram lichaamsgewicht vitamine C nodig.
Cavia’s hebben net als konijnen en andere knaagdieren continue doorgroeiende tanden en kiezen. Ze moeten op vezelrijk materiaal bijten om te zorgen dat de tanden en kiezen op elkaar afslijten.
Cavia’s zijn niet veeleisend. Met een schoon en ruim hok, hooi, vers water, voer en af en toe wat groente zijn zij tevreden. Een cavia heeft wel aandacht nodig en zal na verloop van tijd de verzorger kunnen gaan herkennen en op hem of haar gaan reageren (Net als op het openen van de koelkastdeur).
Een cavia kan zelf (net als de mens) geen vitamine C aanmaken en dit moet dus via voeding (of drinkwater) worden aangevoerd. Een tekort aan vitamine C kan allerlei problemen veroorzaken, zoals slechte eetlust, slechte groei en gewrichtsproblemen. Een tekort kan er ook voor zorgen dat het ligament tussen de tandkas en de snijtand zwakker wordt, waardoor de tand los kan komen te zitten en verkeerd kan gaan afslijten. Vaak zit er al extra vitamine C in caviavoer, dat is meestal niet voldoende. Vitamine C moet extra worden gegeven via drinkwater of via tabletten. Een cavia heeft 10 tot 50 mg (meestal wordt 12,5 mg geadviseerd) per kilogram lichaamsgewicht vitamine C nodig.
Cavia’s hebben net als konijnen en andere knaagdieren continue doorgroeiende tanden en kiezen. Ze moeten op vezelrijk materiaal bijten om te zorgen dat de tanden en kiezen op elkaar afslijten.
Hooi is erg belangrijk voor een cavia. Een lik- of knaagsteen is, vooral bij een goed dieet, niet nodig en kan zelfs blaasstenen veroorzaken.
Een cavia kan met een goede en liefdevolle verzorging, en een beetje geluk, een gezellige huisgenoot zijn voor heel wat jaren.