Met je konijn naar de dierenarts
Er worden verschillende soorten konijnen als huisdier gehouden. De rassen verschillen in grootte, gewicht, kleur en type vacht. Een vrouwelijk konijn heet een voedster en een mannetje is een ram of rammelaar. Konijnen worden gemiddeld zeven à acht jaar en maximaal vijftien jaar oud. Konijnen kunnen al op jonge leeftijd nakomelingen krijgen. Na een dracht van gemiddeld 31 dagen wordt een nestje van vier tot tien zuigelingen geboren.
Een konijn moet naast konijnenbrokken altijd hooi eten. Daarnaast mogen ze in beperkte mate vers groenvoer krijgen. Dit mag zeker niet te veel worden gevoerd want koolsoorten, sla en klavers kunnen gasvorming in de maag veroorzaken. Zit er te veel gas in de maag, dan wordt dat trommelzucht genoemd. Dit is dodelijk indien er niet tijdig wordt behandeld.
In tegenstelling tot bij de mensen blijven de tanden en kiezen van konijnen doorgroeien. Door voortdurende kauwbewegingen slijten deze af. Staan de tanden en kiezen niet goed op elkaar, dan slijten ze onvoldoende af en dit kan beschadiging geven aan het tandvlees en zelfs de tong. Hierdoor ontstaan kauwproblemen en vermageren de dieren. Het is in zo’n geval belangrijk de tanden en kiezen regelmatig te laten bijslijpen.